WAAROM ZIJN ER ZOVEEL BELGEN ARBEIDSONGESCHIKT? STEEDS OUDERE WERKNEMERS EN MOEILIJKE RE-INTEGRATIE NA ZIEKTE

Tussen 2000 en 2022 nam het aantal mensen die langer dan 12 maanden arbeidsongeschikt zijn toe met 150 procent. Uit een recent onderzoek van het RIZIV en het Intermutualistisch Agentschap blijkt dat vrouwen, zelfstandigen en 55-plussers een hoger risico hebben om langdurig arbeidsongeschikt te zijn.  

Maar waarom ligt het aantal mensen met een ziekte- of invaliditeitsuitkering zo hoog in ons land? Het rapport van de Nationale Bank van België (NBB) biedt een aantal inzichten.

De vergrijzing van de beroepsbevolking is een van de hoofdredenen. Dit gaat gepaard met een beleid dat het moeilijker maakt om de arbeidsmarkt vervroegd te verlaten. Met andere woorden: de overheid wil dat we langer werken. Maar oudere werknemers vallen ook vaker terug op een uitkering.

Ook de vervrouwelijking van de arbeidsmarkt en de verhoging van de pensioenleeftijd van vrouwen tot het niveau van de pensioengerechtigde leeftijd van mannen zorgt voor een grotere instroom. Vrouwen hebben ook vaker te maken met chronische gezondheidsproblemen. Daarbij komt dat vrouwen vandaag nog vaak de huishoudelijke lasten in hun gezin dragen.

Invaliditeit: wat is dat precies?

Als je wegens ziekte of ongeval niet meer kan werken en daardoor je beroepsinkomen of werkloosheidsuitkering verliest, heb je recht op een ziekte-uitkering. Je bent dan arbeidsongeschikt en ontvangt de zogenoemde 'primaire arbeidsongeschiktheidsuitkering'.

Wanneer je langer dan 1 jaar erkend bent als arbeidsongeschikt, treed je in de invaliditeit. Vanaf dan ontvang je een invaliditeitsuitkering.

De term invaliditeit wordt gebruikt om langdurige arbeidsongeschiktheid te benoemen, maar heeft niets te maken met een handicap of beperking.

Re-integratie verloopt moeizaam

Er zijn niet alleen meer mensen die een uitkering krijgen. Er is ook een te lage uitstroom van mensen in de invaliditeit. Hoewel er steeds meer aandacht is voor re-integratie op de arbeidsmarkt, was dat in de periode tot 2020 niet voldoende om de uitstroom te versnellen.

Onder meer doordat de stappen tot re-integratie op de werkvloer vaak pas te laat gezet worden, wanneer de kans op een werkhervatting kleiner is.

Een belangrijke groep moet of wil na langdurige afwezigheid op zoek naar een nieuwe werkgever of een nieuwe job. De begeleiding en opleiding die de arbeidsbemiddelingsdiensten en hun partners hiervoor aanbieden wordt volgens het rapport van de NBB te weinig gebruikt.

Steeds meer langdurig zieken werken ook deeltijds tijdens de periode van arbeidsongeschiktheid. Volgens de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid maakten zo'n 120 000 mensen hier in 2021 gebruik van, dat is een verdubbeling ten opzichte van 2015.

Als werknemer en zelfstandige mag je tegelijkertijd een arbeidsongeschiktheidsuitkering en een inkomen uit een toegestane beroepsactiviteit ontvangen. Daarbij moeten de cumulatieregels wel nageleefd worden.

Soms blijkt het financieel niet altijd aantrekkelijk om de arbeidsongeschiktheid te verlaten en de overstap te maken van een gedeeltelijke naar een volledige werkhervatting. Dat is vooral het geval voor mensen met een laag inkomen.

Wat moet er veranderen?

De Hoge Raad voor de Werkgelegenheid steunt de recente hervormingen maar, stelde in maart een aantal aanbevelingen voor een snellere en duurzame re-integratie voor.

Zo moet de preventie en re-integratie bij werkgevers beter ondersteund en gestimuleerd worden. Moet de rol van de behandelend arts en de arbeidsarts vanaf het begin van de arbeidsongeschiktheid versterkt worden.

Ook moet de re-integratie worden overwogen zodra de gezondheidstoestand het toelaat. Daarnaast moet het verplicht worden om deel te nemen aan stappen om de re-integratie te bevorderen. En ook de financiële valkuil van een volledige werkhervatting voor personen met een laag inkomen weggewerkt worden.

2024-04-30T17:24:45Z dg43tfdfdgfd